Jeugdbeleidsplan VV Hoeven 2024-2030

Van ontwikkeling naar resultaat

Voorwoord:

 

De belangrijkste kernwaarden van vv Hoeven zijn:

Plezier, sportieve plicht, saamhorigheid, passie en strijd en sociale betrokkenheid.

 

In het Jeugd Beleidsplan 2024 – 2030 van vv Hoeven is beschreven hoe de jeugdafdeling van vv Hoeven is gestructureerd, wat de missie, de visie en de doelstellingen zijn, zodat we deze kernwaarden realiseren.

 

We streven naar duidelijkheid op alle fronten, zodat ouders, jeugdleden, leiders, trainers en andere vrijwilligers,  weten waar ze aan toe zijn. Deze duidelijkheid proberen we te realiseren door helder transparant beleid, goede communicatie, heldere doelen, duidelijke gedragsregels, eenduidige selectieregels en teamsamenstellingen, zoals beschreven in dit jeugdbeleidsplan.

 

Het Jeugdbeleidsplan wordt jaarlijks geactualiseerd en zal na goedkeuring en instemming van de jeugdcommissie en hoofdbestuur opnieuw worden bekrachtigd.

 

Een club als vv Hoeven draait op vrijwilligers. We willen als club ieder jeugdlid een zo’n goed mogelijke opleiding geven. Beleid is daarin belangrijk, maar vrijwilligers om dit beleid uit te voeren nog meer. Ben je nog geen vrijwilliger en ben je geïnteresseerd om een bijdrage te leveren aan onze vereniging en in het bijzonder de jeugd van  v.v. Hoeven, dan is dit altijd mogelijk. Meld meld je aan. Wij waarderen onze jeugd én onze vrijwilligers. Zonder jeugd en vrijwilligers heeft een vereniging geen toekomst.

 

 

 

 

 

Inhoud

Voorwoord: 2

  1. Inleiding. 5
  2. Missie, visie en doelen. 6

2.1 Missie. 6

2.2 Visie. 6

2.3 Doelen. 7

2.4 Voorwaarden. 8

  1. Organisatie. 9

3.1 Organigram.. 11

  1. Voetbaltechnisch plan. 11

4.1 Algemeen. 11

4.2 Visie op het voetbalspel 12

4.2.1 Teamfuncties en teamtaken. 12

4.2.2 Trainen in relatie tot de wedstrijd. 12

4.2.3 Leerbaarheid vergroten. 12

4.2.4 Zes succesfactoren en vier inzichten op trainerschap. 13

4.3  Fasen jeugdopleiding. 15

4.3.1  Fase 1: JO7 t/m JO12. 15

4.3.2  Fase 2: JO13 t/m JO19. 15

4.3.3  Keeperstraining. 17

4.4 Indelingsbeleid. 17

4.4.1  Aantal spelers per team… 17

4.4.2  Technische staf en communicatie. 18

4.4.3 Indelings- en selectiecriteria. 18

4.4.4 Dispensatie en vervroegde doorstroming binnen de selectieteams. 19

4.5 Overgang van jeugd naar senioren. 20

4.5.1 Doelstellingen. 20

4.5.2 Meetrainen JO19-1 spelers bij de selectie. 20

4.5.3 Meespelen of invallen van JO19 spelers bij de senioren. 21

4.5.4 Overgang JO19-2 spelers naar de senioren. 21

  1. Opleiding, werving en beoordeling technisch kader. 22

5.1 Opleiding. 22

5.2 Werving trainers selectieteams. 22

5.3 Beoordeling trainers selectieteams. 22

 

 

 

 

1.   Inleiding

 

Passie voor de club is het leidende principe binnen dit nieuwe jeugdplan, met als rode draad  daar waar vv Hoeven voor wil staan namelijk

 

v.v. Hoeven is  een gezellige vereniging waar iedereen zich welkom voelt en met plezier voetbalt. Alles staat in teken van het belang van de club en de individuele belangen zijn hieraan ondergeschikt.

 

Daarnaast willen we bij vv Hoeven graag verzorgd voetbal spelen. Wij proberen, waar dat kan de voetballende oplossing te vinden. Daarbij willen we graag met lef spelen, we spelen de bal liever voorwaarts dan opzij of achteruit. Dit alles doen wij met een gezonde dosis passie en strijd. Binnen onze jeugd is de persoonlijke ontwikkeling van een speler het belangrijkste. De teamprestatie is daaraan ondergeschikt. Zolang iedereen zich persoonlijk ontwikkelt, wordt het team vanzelf sterker. Wel moet duidelijk zijn dat voetbal een teamsport is en blijft. 

 

We willen dat leden en vrijwilligers van vv Hoeven zich verantwoordelijk voelen voor de club en de doelstellingen en de normen en waarden van de vereniging onderschrijven en daar naar handelen.

Dat uit zich onder meer doordat een ieder zich verantwoordelijk voelt voor materialen, afspraken nakomt op ons complex bij trainingen (trainingsopkomst) en wedstrijden en respect toont jegens elkaar, tegenstanders, kader  en scheidsrechters

 

 

 

 

2.   Missie, visie en doelen

 

2.1 Missie

vv Hoeven stelt zichzelf 4 missies tot doel:

 

  1. We willen jongeren van alle leeftijden aan ons binden
  2. Realiseren van voetbalplezier voor iedere jeugdspeler
  3. Iedere jeugdspeler wordt op zijn niveau uitgedaagd
  4. Doorstroming van jeugdspelers naar senioren

 

 

Dit plan moet er toe bijdragen dat iedere jeugdspeler op zijn eigen niveau wordt uitgedaagd en zich kan verbeteren om met veel plezier te voetballen.

Sociaal maatschappelijk dienen de leden van vv Hoeven en bezoekers van onze club hier graag te komen om te voetballen, voetbal te kijken en elkaar te ontmoeten. We willen jongeren van alle leeftijden aan ons binden.

Aan de basis van voetballen bij vv Hoeven ligt een goede transparante organisatie met een goede communicatie (zowel intern als extern) en duidelijke structuren en processen. De participatie van de leden dient op deze wijze behouden te blijven. We hebben bestuurders, vrijwilligers, medewerkers en leden die hun verantwoordelijkheid nemen en die handelen in het belang van vv Hoeven.

 

Op lange termijn willen we een continue kwalitatieve en kwantitatieve doorstroming van jeugdspelers van binnen de club naar de senioren elftallen  te realiseren. Middels een technisch jeugd voetbal plan wordt er aan gewerkt om eigen spelers op te leiden voor de selectie van Hoeven 1 en 2. Voor degenen die na hun 18de graag recreatief willen blijven voetballen moet ook ruimte zijn bij de seniorenafdeling.

 

2.2 Visie

We willen iedere speler beter leren voetballen, ieder op zijn niveau. De club zal iedere speler (jong en oud) technisch, uitdagingen dienen aan te bieden. De aanstelling van een Jeugd Voetbal Technische Commissie en een goede organisatiestructuur zijn noodzakelijk om aan deze uitdaging te voldoen.

Eerst de basis leren (techniek) in de onderbouw om daarna te kunnen verdiepen in (team)tactieken in de bovenbouw. VV Hoeven heeft de kwaliteit en kwantiteit om structureel op een hoger platform te spelen met voornamelijk eigen opgeleide (jeugd)spelers. Uitgaande van het principe dat: hoe beter en gestructureerder het aanbod, hoe meer kans op goede ‘eigen’ spelers in de seniorenselecties.

 

2.3 Doelen

Het Jeugd Voetbal Technische Beleidsplan voorziet in een voetbaltechnische en voetbalopvoedkundige opleiding voor jeugdvoetballers van 5 t/m 18 jaar en de optie jeugdtrainers op te leiden voor trainersfuncties bij jeugdteams.

Plezier, Presteren, maar ook Persoonlijke ontwikkeling en Passie (en strijd) staan centraal.

De individuele ontwikkeling van de speler staat centraal. Trainingen zijn gericht op leren. De trainers werken samen. Echter zijn begrippen als collectief, teamprestatie en passie, strijd, inzet en wil om te winnen, belangrijke factoren om de voetbalontwikkeling van elk individu in elk team op elk niveau te ondersteunen.

Dit wil zeggen dat elke wedstrijd op winst gespeeld wordt, maar de ontwikkeling van de individuele speler met betrekking tot de vooruitgang van voetbaltechnische en -tactische kwaliteiten staat voorop. Daarbij is het belangrijk dat spelers van vv Hoeven om leren gaan met verlies en dat de sociale factor, sfeer en gezelligheid hoog in het vaandel staan.

 

De primaire doelstelling van het Jeugd Voetbal Technische Beleidsplan is om voorwaarden te scheppen, die er voor zorgen dat iedere speler van vv Hoeven zijn/ haar top kan bereiken.

Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn:

 

  • Iedere jeugdspeler moet met plezier kunnen voetballen;
  • Opleiden van jeugdspelers (en mogelijk ook trainers) staat centraal;
  • Verzorgd, herkenbaar voetbal bij voorkeur aanvallend, dominant en initiatiefrijk in een 1:4:3:3 systeem als uitgangspunt bij de elftallen JO13 tot JO19;
  • Het spel gaat gepaard met een goede wedstrijdinstelling, een winnaarsmentaliteit, passie, strijd en onverzettelijkheid, echter wel vanuit een sportieve inslag;
  • Het behouden van selectie en recreatieve (jeugd)spelers voor de club in welke hoedanigheid dan ook.

 

  1. Iedere jeugdspeler stimuleren om zich zowel technisch, tactisch, fysiek als mentaal op een plezierige manier te laten ontwikkelen in het voetbalspel om het beste uit zichzelf te halen in een selectie of recreatief team (de persoonlijke voetbaltop bereiken);
  2. Iedere jeugdspeler (selectie en recreatief) dient met veel plezier van het voetbalspel te genieten waardoor een sterke betrokkenheid met de club gerealiseerd wordt, waardoor een ieder behouden blijft en men bereid is taken binnen de club voor zijn/ haar rekening te nemen (scheidsrechter, coach, leider, bestuurder, etc.);
  3. Het niveauverschil tussen de 1e en 2e teams in iedere leeftijdscategorie dient zo klein mogelijk te zijn. De standaardteams spelen op 1e In bepaalde leeftijdscategorieën wordt, waar mogelijk, met 2 selectieteams gewerkt en de navolgende indelingen van elftallen gebeurt op leeftijd.
  4. De jeugdcommissie bepaald in samenspraak met de technische commissie en de jeugdtrainers de indeling van de teams.
  5. Aan het eind van de opleiding is het wenselijk dat jaarlijks de 2e jaars spelers van JO19-1, doorstromen naar de selectie. In overleg met de betreffende speler en de staf van de selectie kan een speler op recreatief niveau gaan spelen. Spelers van JO19-2 dienen behouden te blijven voor de club op recreatief niveau. Voor beide groepen is het wenselijk dat men zich ontwikkelt zoals bij ambitie 2 omschreven.

 

2.4 Voorwaarden

Om een optimale uitvoering van het Jeugd Voetbal Technische Beleidsplan te kunnen garanderen, moet aan een aantal praktische voorwaarden worden voldaan.

 

De financiële middelen en mensen nodig om de doelen te kunnen behalen zijn:

  • Mogelijkheid voor jeugdtrainers om een trainerscursus te volgen of een KNVB-diploma te behalen;
  • Thema en/of trainingsmiddagen (mogelijk m.b.v. externe partijen);
  • Goede medische verzorging.
  • Voldoende potentieel aan opgeleide clubscheidsrechters.

 

De materiële voorwaarden:

  • Aanwezigheid van kwalitatief voldoende trainingsmaterialen voor alle trainings- en

leeftijdsgroepen;

  • Shirt voor wedstrijden; zelf zorgdragen voor witte broek en blauwe sokken. De elftalsponsoren voorzien in sommige gevallen alle spelers van het betreffende team van een vv Hoeven broek en vv Hoeven sokken;
  • Kleding voor de jeugdtrainers.

 

De accommodatie; wat is er nodig:

  • De trainings- en speelvelden dienen in een goede conditie te verkeren; zowel in onderhoud als in afspraken.
  • Aanwezigheid van voldoende trainingsruimte. Aan de hand van de teamindelingen worden de veldbezetting en trainingsavonden bepaald.
  • De selectieteams vanaf JO13 hebben de beschikking over een half trainingsveld;
  • Aanwezigheid van voldoende opbergruimte per team (opbergkast);
  • Representatieve ruimte en ontvangst voor kader tegenstanders en scheidsrechters;
  • Voldoende ruimte en faciliteiten voor vergaderingen en/ of overleg in welke vorm dan ook voor alle teams en/ of trainers;
  • Openstelling kantine voor alle teams op wedstrijddagen (ook avondwedstrijden)

 

 

3.    Organisatie

De Jeugd Voetbal Technische Commissie, de technische commissie binnen het hoofdbestuur  zetten op voetbalorganisatorisch en voetbaltechnisch vlak binnen de vereniging de contouren uit en hebben een coördinerende, controlerende en adviserende functie richting jeugdcommissie en/

 

Op organisatorisch vlak dienen alle voetbalactiviteiten soepel te verlopen. Een van de belangrijkste taken van de Jeugd Voetbal Technische Commissie en de Jeugdcommissie is, in samenspraak met het technisch kader, het zorgvuldig samenstellen van de teams en het aanstellen van de trainers voor selectie-elftallen en de bezetting van trainers voor de recreatieve teams.

Daarnaast houden zij zich bezig met het signaleren van incidenten, alert zijn op uiteenlopende ontwikkelingen binnen de club, betrokkenheid tonen, luisteren naar en reageren op wensen. Tevens draagt men verantwoordelijkheid voor de contacten met de KNVB (coördinatorexterne zaken) en het opleiden van jeugdspelers, jeugdtrainers, leiders, clubscheidsrechters etc.

Het hoofdbestuur vv Hoeven blijft eindverantwoordelijk. De Jeugd Voetbal Technische Commissie en Jeugdcommissie zijn verantwoordelijk voor het opstellen, de uitvoering en de bewaking van het JVTB.

 

De jeugdcommissie bestaat uit de volgende kaderleden:

  • bestuurslid hoofdbestuur
  • voorzitter
  • iemand die zorgt voor het materiaalbeheer
  • wedstrijdsecretaris jeugd
  • coördinator activiteiten
  • jeugd coördinator bovenbouw
  • jeugd coördinator onderbouw

 

De Jeugd Voetbal Technische Commissie bestaat uit de navolgende kaderleden:

  • bestuurslid Jeugdcommissie/ hoofdbestuur
  • coördinator JO19 t/m JO16
  • coördinator JO15 t/m JO13
  • coördinator JO12 t/m mini’s

 

De Jeugd Voetbal Technische Commissie vergadert bij voorkeur 1x per maand. Vanuit ieder poot van deze commissie is steeds minimaal 1 afgevaardigde bij het overleg aanwezig. De trainers van JO19 t/m JO13 sluiten steeds aan bij dit overleg.

 

In de volgende maanden zullen in ieder geval volgende onderwerpen centraal staan:

  • September: Evaluatie teamindelingen en jaarplanning/ afspraken.
  • Oktober: Evaluatie voorbereiding (voetbaltechnisch en organisatorisch)
  • November: Voetbalinhoudelijk
  • December: Evaluatie eerste seizoenshelft
  • Januari: Vooruitblik tweede seizoenshelft
  • Januari en februari: Trainers selectie-elftallen en samenstelling Jeugd Voetbal Technische Commissie en Jeugdcommissie
  • Februari: JVTB
  • Maart en april: Voorlopige samenstelling selectieteams en samenstelling technische staf selectieteams
  • April: Invulling recreatieve teams
  • Mei: Vaststellen samenstelling selectieteams en samenstelling technische staf selectieteams. Invulling recreatieve teams. JVTB.
  • Juni: Vaststellen invulling recreatieve teams. Evaluatie seizoen.

 

In de regel zullen alle zaken van wat er op technisch gebied in de jeugdafdeling afspeelt bij de Jeugd Voetbal Technische Commissie ter sprake komen. In de daadwerkelijke uitvoering en coördinatie op de uitvoering van het technische beleid naar het technisch kader op sportief en recreatief niveau werken de coördinatoren in overleg met elkaar en in samenwerking met de hoofdtrainers in iedere leeftijdsgroep.

Bij de recreatieve teams is de hoofdtrainer van het standaardteam van dezelfde leeftijdsgroep het aanspreekpunt op technisch gebied. Zowel voor als na de winterstop organiseren de hoofdtrainers minimaal 2x een overleg met de trainers/ leiders van de recreatieve teams in dezelfde leeftijdsgroep (dus 4x per seizoen).

 

3.1 Organigram

4.   Opm. er is een verbinding tussen de technische commissie Jeugd Voetbal en de technische commissie van het hoofdbestuur en de hoofd en keeperstrainer(s) van de selectie.Voetbaltechnischplan

4.1 Algemeen

Zoals eerder vermeld, stellen wij ons tot doel om de jeugd op een plezierige en succesvolle wijze de voetbalsport te laten beleven. Binnen iedere leeftijdscategorie wordt middels een indelingsbeleid een selectieteam of selectieteams geformeerd.

Alle teams in de onderbouw trainen 2x. Eenmaal naar eigen invulling van de trainer(s) en eenmaal doen we dit, aan de hand van blokplanningen, met een vaste structuur conform onze voetbalvisie , welke aangeboden worden aan alle spelers in deze onderbouw.

 

Met de selectie teams wordt doelbewust gewerkt aan de spelopvatting die past bij de visie van vv Hoeven. Middels bekwame begeleiding, training en coaching bij deze teams, wordt getracht de doorstroming naar het eerste en tweede senioren team van vv Hoeven te bevorderen. Hierbij wordt ten alle tijden rekening gehouden met het individu.

 

4.2 Visie op het voetbalspel

Voetballen is een spel en kenmerkend hierbij is, dat spelers keuzes dienen te (leren) maken. Er zit een bepaalde vrijheid en daarmee creativiteit in. Voetballen is een ingewikkeld spel door het grote aantal spelers en de wisselende situaties, waar de individuele speler en het team steeds opnieuw dient in te spelen.

 

4.2.1 Teamfuncties en teamtaken

Het gaat in het voetballen altijd om meer doelpunten maken dan de tegenpartij: winnen van de wedstrijd. Om dit voor elkaar te krijgen moet een team aanvallen, verdedigen en omschakelen. Deze 3 componenten noemen we de teamfuncties.

Teamfuncties worden onderverdeeld in teamtaken. Bij aanvallen zijn dat opbouwen en scoren; bij verdedigen zijn dat storen en doelpunten voorkomen.

Binnen de gekozen teamorganisatie, zullen de teamfuncties en teamtaken, aan de hand van vaste spelprincipes vorm krijgen. Via deze benadering krijgen de voetbalhandelingen van spelers betekenis.

 

4.2.2 Trainen in relatie tot de wedstrijd

Het (beter) leren voetballen van (jeugd)spelers gebeurt dicht bij het voetballen zelf en sluit aan bij de teamfuncties in een wedstrijd: aanvallen, verdedigen en omschakelen. Oefeningen in het passen, dribbelen, passeren, schieten, het maken van schijnbewegingen, de bal afpakken, enz. moeten bij herhaling en in wisselende spelsituaties (waarin de relatie naar de echte wedstrijd kan worden gelegd ) worden uitgevoerd. De spelers moeten maximaal in de gelegenheid worden gesteld om deze voetbalhandelingen te oefenen.

 

4.2.3 Leerbaarheid vergroten

De leerbaarheid van het spel wordt vergroot door het voetbal (organisatie en regels) voor jonge spelers te vereenvoudigen en overzichtelijker te maken: 2 tegen 2, 4 tegen 4, 6 tegen 6 en 8 tegen 8 in plaats van 11 tegen 11. De weerstanden die een speler tegenkomt in de echte wedstrijd zijn ook aanwezig in de vereenvoudigde spelsituaties, maar dan in aangepaste vorm. Bijvoorbeeld door minder (tegen)spelers en meer ruimte is er meer tijd om een bal aan te nemen en door te passen. De tekortkomingen die daarin zijn te zien, krijgen op de training aandacht in aanwijzingen en verdere vereenvoudigingen van het spel. Deze zijn gericht op handelingen met bal, maar ook handelingen zonder balcontact.

De trainer geeft ook aanwijzingen die te maken hebben met spelinzicht (waarnemen) en de onderlinge communicatie (het afstemmen van de handelingen van de spelers op elkaar).

 

Het gevolg is kleinere velden en doelen en het vereenvoudigen van de regels. Hoe jonger de spelers zijn, hoe groter uiteraard de verschillen met het voetbal voor volwassenen. Rekening houdend met de leeftijdskenmerken van de deelnemers en hun specifieke behoefte wordt dit hieronder verder uitgewerkt (per leeftijdscategorie).

 

4.2.4 Zes succesfactoren en vier inzichten op trainerschap

Trainers en coaches hebben een moeilijk te overschatten invloed op de ontwikkeling van jonge voetballers. De vraag is daarbij hoe dit werkt, welke gedrag je als trainer dient te vertonen bij specifieke sportsituaties, hoe je aansluit bij de specifieke kenmerken van de specifieke spelers en hoe e.e.a. toe te passen in groepen.

Goede trainers zijn altijd op zoek naar manieren en inzichten om hun trainingen zo goed mogelijk (vorm) te geven. Ze willen betere trainers worden en jonge voetballers iets leren. Voetbal is bij uitstek een plek waar geleerd wordt en de sport draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen. Of het nu gaat om leren afspraken na te komen, leren samenwerken, leren omgaan met winst of verlies, succes en tegenslag, leren om door te zetten (ondanks dat het nog niet lukt).

Er blijken in de interactie tussen speler en trainer verschillende factoren te zijn die positief bijdragen aan de ontwikkeling van de (jonge) voetballer:

  1. Focus op plezier beleven en leren
  2. Leren via competentiebeleving, zelfvertrouwen en inzet
  3. Aanleren van sportieve vaardigheden
  4. Inzet als voorwaarde en structuur als voorwaarde
  5. Regie bij de jeugdsporter zelf
  6. Een sociaal groepsklimaat voor ontwikkeling van alle voetbalspelers

 

Voor een optimale ontwikkeling is het belangrijk, dat trainers zich bewust zijn van bovenstaande succesfactoren en dit in hun eigen gedrag tot uiting laten komen. Het is de uitdaging voor de trainer hoe bovenstaande toe te passen op een wijze die past bij de specifieke situatie bij de specifieke voetballer, middels complimenten, aanwijzingen, aanmoedigingen, correcties op gedrag, fouten benoemen, vragen te stellen en feedback uitstellen.

 

Door middel van 4 inzichten wordt geprobeerd aanknopingspunten te formuleren die trainers direct op het veld kunnen toepassen. Zo kunnen ook trainers bepalen, hoe ze iets doen en op welke onderdelen ze zichzelf kunnen ontwikkelen om (nog) betere trainers te worden. Zo kunnen zij een grotere bijdrage leveren aan de ontwikkeling van sporters, zowel op sportief als persoonlijk vlak. Er is gekozen voor 4 inzichten van trainerschap:

 

  1. Structureren

Afspraken maken en duidelijkheid en structuur bieden zodat iedereen weet wat er van hem of haar verwacht wordt (uitspreken-afspreken-aanspreken).

Zorg ervoor als trainer dat je uitspreekt wat je van de voetballers verwacht door duidelijke afspraken te maken. Als deze afspraken niet worden nagekomen, dan ook elkaar erop aanspreken. Structureren geeft dus duidelijkheid over wat we van elkaar mogen en kunnen verwachten, de structuur biedt hiertoe de kaders. Hierbij gaat het om zowel het structureren van oefenvormen en de opbouw van de training als om de onderlinge omgang met elkaar. De trainer dient zelf het gewenste gedrag te laten zien en dus het goede voorbeeld te geven.

 

  1. Stimuleren

Enthousiasmeren, stimuleren, complimenteren en de nadruk leggen op wat goed gaat. Fouten maken mag!

Plezier hebben en leren gaan hand in hand. Met plezier voetballen, betekent ook sneller vertrouwen hebben om iets nieuws uit te proberen.

Stimuleren betekent positief aanmoedigen van sporters en het geven van oprechte complimenten, welke betrekking hebben op persoonlijke vooruitgang of progressie van het team en niet zozeer op het eindresultaat. Een compliment is een bekrachtiging of bevestiging, zodat de voetballer zich meer bewust is wanneer een actie goed is uitgevoerd. Stimuleren draagt bij aan een omgeving die tolerant is ten aanzien van het maken van fouten (= leren).

Positieve feedback, belonen en aanmoedigen dragen bij aan meer zelfvertrouwen, het geloof in eigen kunnen en de intrinsieke motivatie.

 

  1. Individueel aandacht geven

Ervoor zorgen dat iedereen zich gezien en erkend voelt en proberen aanwijzingen af te stemmen op het niveau van iedere sporter.

Oog voor individuele kwaliteiten en verschillen maakt de kans het grootst dat iedereen zich thuis voelt binnen het team/ de vereniging. Iedere speler leert op verschillende manieren. Aanwijzingen dienen dan ook niet alleen betrekking te hebben op het team maar ook op het individu. Er zijn binnen een groep veel vrijheidsgraden qua vaardigheidsniveau. Een op ontwikkeling gerichte trainer kan niet alleen goed inschatten wat het specifieke niveau is, maar ook hierop differentiëren.

Als de uitdaging en wat iemand goed kan op elkaar zijn afgestemd, dan wordt hierbinnen en op de grens het meeste aangeleerd en wordt de meeste progressie geboekt. Dit betekent dus voor de trainer dat oog hebben voor individuele verschillen op het niveau van vaardigheden, en dit dus goed kunnen inschatten, en hierop inspelen door het geven van oefeningen met de juiste moeilijkheidsgraad, het leren plaatsvindt.

 

  1. Regie overdragen

Vragen stellen, luisteren naar de voetballers en proberen stapsgewijs verantwoordelijk te maken voor hun eigen leerproces.

Belangrijk is dat de spelers niet alleen ontvangers zijn van informatie en kennis, maar ook zelf de kans krijgen iets in te brengen. Op deze manier geef je de spelers verantwoordelijkheid om zelf doelen te stellen, mee te denken over bepaalde oefeningen en na te laten denken over oplossingen.

In het streven naar meer zelfregulatie en –controle bij spelers is het wenselijk dat trainers veel vragen stellen, het waarom van de oefenstof uitleggen, keuzemogelijkheden bieden, bevestiging bieden via complimenten en regelmatig feedback uitstellen.

Motivatie en ontwikkeling hebben een omgeving nodig waarbinnen het individu zelf keuzes mag maken, zelf ruimte krijgt en autonome besluiten worden gestimuleerd. Door als trainer bij te dragen aan zo’n omgeving, zullen spelers meer plezier ervaren in de activiteit en zich sneller ontwikkelen. Spelers worden in verschillende situaties vindingrijker en creatiever.

 

4.3  Fasen jeugdopleiding

Bij het leren voetballen worden grofweg twee fasen onderscheiden:

  1. Onderbouw: mini’s, JO7, JO8, JO9, JO10 , JO11 en JO12
  2. Bovenbouw: JO13, JO14, JO15, JO16, JO17, JO18 en JO19

4.3.1  Fase 1: JO7 t/m JO12

Ieder jeugdelftal bij vv Hoeven heeft de mogelijkheid om 2x per week te trainen. In de onderbouw is het de bedoeling dat wanneer er 2x per week getraind wordt middels een bloktraining, een kwalitatief goed opgezette training voor elke speler (en trainer) binnen de jeugd van vv Hoeven ter verbetering van de individuele ontwikkeling van de speler. De bloktrainingen zijn in een jaarplan uitgewerkt en worden verstuurd door de coördinatoren van de onderbouw.

De 2e training in de week vindt plaats met het eigen team en wordt door iedere trainer op zijn of haar manier ingevuld.

 

Wedstrijden

Bij de mini’s en JO7 wordt in wedstrijden 4 tegen 4 gespeeld (zonder keeper) met mini goals.

Bij de JO8, JO9 en JO10 wordt 6 tegen 6 gespeeld (met keeper) op pupillengoals.

Bij de JO11 en JO12 wordt 8 tegen 8 gespeeld (met keeper) op pupillengoals.

 

Door op kleinere velden en in kleinere teams te spelen komen kinderen vaker aan de bal en gaan ze meer dribbelen, schieten, samenspelen en scoren. Het spelen op een kleiner veld sluit bovendien beter aan op de belevingswereld van deze kinderen. Dit alles draagt bij aan het uiteindelijke doel: het vergroten van het spelplezier en de ontwikkeling van deze pupillen.

Naarmate jeugdspelers zich ontwikkelen komt het ‘ik en de bal’ minder centraal te staan. Het ‘samen’ dingen doen in het spel wordt belangrijker en jeugdspelers worden daar langzamerhand ook gevoeliger voor.

Naarmate de kinderen ouder worden, wordt winnen belangrijker dan zelf scoren. Daarnaast zijn de oudere spelers steeds meer bezig met positiespel, combineren en hun eigen ontwikkeling als voetballer. Progressie hierin levert ook veel spelplezier en voldoening op.

 

4.3.2  Fase 2: JO13 t/m JO19

Vanaf de JO13 wordt 11 tegen 11 in de wedstrijden gespeeld. Kinderen beheersen hun eigen bewegingen en willen samen met hun teamgenoten wedstrijden winnen. Ze ontwikkelen inzicht in het spel 11 tegen 11, leren omgaan met een groot speelveld, spelregels en het spelen in een opstelling. Dit betekent voor de training dat er meer aandacht komt voor de veldbezetting, spelen met linies en de verschillende taken die er per linie en per positie zijn.

Vanaf de JO17 wordt toegewerkt naar het spelen van wedstrijden als doel. De afgelopen en de eerstkomende wedstrijd worden belangrijker als uitgangspunt van de training. Spelers moeten leren het rendement van hun taakuitvoering te verbeteren, sneller te handelen en zich te specialiseren in de teamtaken waarin ze het best zijn. Daar hoort ook bij het ondergeschikt maken aan het teambelang en het leren omgaan met spanning en de druk van de wedstrijd.

De trainingen worden meer wedstrijdgericht, waarbij het team en de spelers individueel zich stap voor stap ontwikkelen in het verbeteren van het aanvallen, verdedigen en omschakelen. Door middel van het op een gestructureerde wijze opbouwen van de voetbaltraining wordt enerzijds gewerkt aan het beter aanvallen, verdedigen en omschakelen en daarnaast door het spelen van voetbalvormen aan het verbeteren van de voetbalconditie van de spelers.

 

We gaan hierbij uit van een aantal principes, die we als basis van de opbouw van JO13 naar JO19  gaan inzetten:

  • Techniek:

Balbeheersing, controleren, passen/ trappen, koppen, dribbelen, 1 tegen 1, bewegingen, handelingssnelheid, positiespel, van basistechniek (voortzetting van het geleerde in de eerste fase) naar functionele techniek, naar positie specifieke techniek.

Dit krijgt structureel aandacht in de trainingen.

 

  • Tactiek:

We gaan per definitie niet uit van spelsystemen, alhoewel we het systeem 1:4:3:3 als uitgangspunt nemen. Systemen zijn op verschillende manieren toe te passen. Belangrijk in onze visie vinden we spelprincipes:

Wat zien we Hoeven spelers doen als we aanvallen, als we verdedigen, als we omschakelen (van BB naar BBT en van BBT naar BB). Maar ook spel lezen, mee (leren) denken (interactie met de groep!) en initiatief nemen.

Principes dienen te worden ingeslepen. Structurele oefenvormen in de trainingen moeten hierop worden afgestemd.

 

  • Fysiek:

Conditioneel, kracht, loopscholing, coördinatie, balans, snel voetenwerk, lichaamsverzorging, zijn enkele termen die verbonden zijn aan de fysieke ontwikkeling. Het huidige voetbal leert dat hier veel winst valt te behalen en bijdraagt aan het worden van een completere voetballer.

In de eerste fase van ons beleidsplan proberen we bovenstaande te ondervangen door het bieden van gestructureerde trainingen en trainingsvormen, waarbij door middel van voetbalvormen deze factor wordt ondervangen.

Een ambitie is om in een later stadium hier specifiek aandacht binnen de opleiding aan te besteden.

 

  • Mentaal:

Wat straalt een Hoeven speler uit?

Onze spelers voetballen met trots, de absolute wil om te winnen, ze geven nooit op, leren (omgaan met) verliezen, hebben respect maar tonen geen ontzag, zijn positief kritisch (op zichzelf en anderen).

Facetten die structureel in de trainingen verwerkt dienen te worden.

 

  • Discipline en afspraken nakomen:

Dit betreft trainingsdiscipline en wedstrijddiscipline, maar ook algemene afspraken.

 

4.3.3 Keeperstraining

VV Hoeven investeert in een goede jeugdopleiding voor keepers. VV Hoeven streeft ernaar alle keepers (selectie en recreatief) 1 x per week individuele keeperstraining te laten volgen. De keepers worden leeftijd gericht begeleid, vanaf de basis naar wedstrijdgericht. Er wordt daarnaast ruim aandacht besteed aan de samenwerking tussen de keeperstrainer(s) en de teamtrainer(s), om de keepers een functionele plaats te geven tijdens de trainingen binnen het eigen team.

 

 

4.4 Indelingsbeleid

 

4.4.1  Aantal spelers per team

Bij wedstrijden en trainingen bestaan de JO19 en JO17 selectieteams uit, bij voorkeur, 16 spelers en een keeper. Bij de JO15 en JO13 selectieteams uit 14 spelers en een keeper per team. Bij de JO12 en JO11 streven we naar maximaal 10 spelers per team. De JO10, JO9 en JO8 hebben bij voorkeur 9 spelers per team. Bij de JO7 is het streven maximaal 6 spelers per team. Voor wat betreft de overige teams, dienen bij de JO19 tot en met JO13 de elftallen uit minimaal 14 spelers te bestaan.

Het aantal spelers per leeftijdscategorie kan er toe leiden dat we afwijken van bovenstaande indelingen.

 

Bij nieuwe aanmeldingen kan er een wachtlijst in werking treden, indien het maximaal aantal leden of aantal spelers in een team of groepering wordt overschreden. Vervolgens wordt naar een passende oplossing gezocht (trainen, spelen van vriendschappelijke wedstrijden, andere leeftijdsgroep, etc.).

Een nieuw team kan alleen worden ingeschreven als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • Er zijn voldoende spelers beschikbaar
  • Er zijn een trainer en leider beschikbaar
  • Er is ruimte op de accommodatie (velden, kleedkamers).

Er wordt gestreefd voor de zomervakantie, doch uiterlijk vóór de start van het nieuwe seizoen, de grootte en indeling van de selectie en recreatieve teams bekend te maken met daaraan gekoppeld de trainers en begeleiding. Bij voldoende nieuwe aanmeldingen gedurende het seizoen, kan een nieuw team worden ingeschreven.

 

4.4.2  Technische staf en communicatie

Het streven is om ieder team te voorzien van een trainer en een leider. Gestreefd wordt, om bij de selectieteams vanaf de JO13 een assistent scheidsrechter toe te voegen aan de staf.

De technische verantwoordelijkheid in iedere leeftijdscategorie ligt bij de trainer van het selectieteam. Twee keer per seizoenshelft belegt de hoofdtrainer een vergadering met alle trainers en leiders van alle teams in de betreffende groep.

De coördinatoren bewaken de uitgangspunten van het VTB en zijn het directe aanspreekpunt voor de hoofdtrainers per leeftijdscategorie. De coördinatoren kunnen op hun beurt weer terecht bij de leden van de jeugdcommissie, betrokken bij de Jeugd Voetbal Technische Commissie, die op hun beurt advies kunnen vragen bij de voetbaltechnische adviseurs (klankbord).

 

Mocht er sprake zijn van spelers tekorten op wedstrijddagen, dan vindt er overleg plaats met de hoofdtrainers van de selectieteams of coördinator in verband met doorschuiven van spelers.

Dit geldt ook voor de trainers van de recreatieve teams. Zij onderhouden onderling contact in verband met doorschuiven.

Het is mogelijk dat er spelers van de recreatieve teams worden ingezet bij de selectieteams. Dit zijn dan wel spelers, voortkomend uit het overleg per leeftijdscategorie en welke bekend zijn bij de coördinatoren en mogelijk in aanmerking komen voor een plaats in het selectieteam.

 

4.4.3 Indelings- en selectiecriteria

De bedoeling van het selecteren van spelers voor de selectieteams is om spelers in de gelegenheid te stellen zich te ontwikkelen op hun eigen niveau. Betere spelers spelen met en tegen elkaar. Wedstrijden met uitdaging voor alle spelers, zijn wedstrijden op het niveau dat de spelers net aankunnen. Ze worden dan geprikkeld door het leveren van betere prestaties.

Jaarlijks is men afhankelijk van de kwantiteit en de kwaliteit van instroom van jeugdleden. De selectie teams worden ingedeeld op basis van een indelingsprocedure naar leeftijd en voetbalcapaciteiten. (waarbij criteria zoals techniek, tactiek/ spelinzicht, fysiek, mentaal, intrinsieke motivatie, coachbaarheid, voetbalpotentie en rendement van handelen centraal staan)

 

De 5 stappen aangaande het indelingsbeleid staan in het hierna volgende schema:

  • Stap 1: Van voorbereiding tot herfstvakantie en van herfstvakantie tot kerstvakantie: Evaluatie teamsamenstellingen selectie/ recreatief (JO19 t/m JO9)
  • Stap 2: Voorlopige teamsamenstellingen selectieteams voor daarop volgende seizoen aan de hand van info van technisch kader, coördinatoren en scouting
  • Stap 3: Invulling technische staf selectieteams
  • Stap 4: De Jeugdcommissie presenteert de voorlopige teamsamenstellingen van de selectieteams
  • Stap 5: Bekendmaking definitieve teamsamenstellingen selectie en recreatieve teams

 

 

4.4.4 Dispensatie en vervroegde doorstroming binnen de selectieteams

Jeugdspelers van selectieteams slaan in principe geen leeftijdscategorie over. Dit geldt hetzelfde voor het bieden van dispensatie.

Bij uitzondering is beide wel mogelijk indien het voor de individuele ontwikkeling beter is.

Met name bij vervroegde doorstroming is het van belang dat de speler deze overgang sociaal/maatschappelijk aan kan. De betrokken leeftijdsgroep dient, zowel bij doorstroming als dispensatie, getalsmatig niet in de problemen te komen.

 

Aangaande deze uitzonderingen, vindt voorafgaand overleg plaats binnen de Jeugd Voetbal Technische Commissie.  Vervolgens volgt vanzelfsprekend overleg met de betreffende speler en/ of de ouder(s).

 

Belangrijke beoordelingscriteria voor vervroegde doorstroming zijn o.a.:

  • Betreffende jeugdspeler heeft zich individueel (fysiek, mentaal, voetbaltechnisch) gedurende een langere periode zowel op trainingen als ook in wedstrijden zodanig goed ontwikkeld dat hij binnen zijn team uitgeleerd is;
  • Sociaalmaatschappelijk zijn er geen belemmeringen om in een hogere leeftijdscategorie te spelen;
  • Heeft de kwaliteiten om in het eerste team van de hogere leeftijdscategorie direct veel speelminuten in wedstrijden te maken;
  • De speler en ook de ouders zijn enthousiast om deze stap te maken.

 

Het is van groot belang dat een ieder beseft dat de aanleiding tot een vervroegde overgang de individuele ontwikkeling van de betreffende speler is. Het gaat in deze dus niet om het clubbelang, het belang van een trainer of het belang van de ouders.

 

Voor wat betreft verzoeken om spelers in een jongere leeftijdsgroep te laten uitkomen dan waarvoor zij volgens hun leeftijd in aanmerking komen, gelden de volgende voorwaarden:

  • Er vindt voorafgaand overleg plaats binnen de Jeugd Voetbal Technische Commissie. Vervolgens volgt vanzelfsprekend overleg met de betreffende speler en/ of de ouder(s).
  • Dispensatie is mogelijk, op lichamelijke en/ of medische gronden of voor een betere persoonlijke ontwikkeling van een speler waarvan het rendement op latere leeftijd wordt verwacht.
  • In de gehele B-categorie (t/m 1e klasse) mogen dispensatiespelers uitkomen
  • Bij de spelvorm waarbij er 6 tegen 6 gespeeld wordt is er één dispensatiespeler per team toegestaan. Bij 8 tegen 8 is het maximumaantal dispensatiespelers twee, terwijl er bij 11 tegen 11 maximaal drie dispensatiespelers deel mogen nemen. 
  • Een dispensatiespeler mag maar één jaar ouder zijn. In gemengde competities mogen meisjes één jaar ouder zijn (automatische dispensatie). Dit geldt niet bij de JO8 en JO9.
  • Dispensatie hoeft niet meer te worden aangevraagd bij de KNVB. Het mobiele digitale wedstrijdformulier (mDWF) voert de controle uit, waardoor het maximaal aantal dispensatiespelers niet kan worden overschreden.

 

4.5 Overgang van jeugd naar senioren

4.5.1 Doelstellingen  

  • Een gestructureerde doorstroom, opvang en begeleiding creëren van (getalenteerde) jeugd naar en in de senioren, om een goede aansluiting te krijgen in het senioren- en selectievoetbal, door persoonlijke begeleiding op zowel voetbaltechnisch, voetbaltactisch als ook op sport en sociaalmaatschappelijk gebied. De ontwikkeling van het individu en het bereiken van de persoonlijke top staat hierbij voorop;
  • Het vertrek van eigen/ opgeleide spelers voorkomen;
  • De betrokkenheid van jeugd en senioren bij vv Hoeven vergroten;
  • Streven naar een optimaal te leveren prestatie op ieders niveau, waarbij collectiviteit en teamprestatie een rol spelen.

 

4.5.2 Meetrainen JO19-1 spelers bij de selectie

In januari neemt de coördinator JO19, samen met de trainer, contact op met de 2e jaars JO19-1 spelers, die het volgende seizoen in aanmerking komen voor de selectie Hoeven 1 en Hoeven 2. Na inventarisatie vindt overleg plaats met de hoofdtrainers van het 1e elftal, 2e elftal en de JO19-1, waarin wordt besloten welke spelers volgend seizoen mogelijk voor de selectie in aanmerking komen.

Nadien worden afspraken gemaakt welke JO19-1 spelers in aanmerking komen om voor de rest van het seizoen periodiek, dan wel in toerbeurt, op dinsdagavonden met Hoeven 1 of Hoeven 2 mee te trainen.

Talentvolle spelers binnen de jeugdopleiding van vv Hoeven kunnen al eerder in het seizoen meetrainen met de selectie van Hoeven 1. Dit gaat altijd in overleg tussen de coördinator JO19, de trainer JO19-1 en de hoofdtrainer.

 

4.5.3 Meespelen of invallen van JO19 spelers bij de senioren

In eerste instantie moet in geval van een tekort aan spelers bij een recreatief senioren team de oplossing binnen de andere senioren teams worden gezocht. In geval van nood kan het verzoek gedaan worden aan de coördinator JO19, dan wel trainer van JO19-2. Spelers van JO19-2 kunnen in dat geval meespelen met deze teams.

 

Hoeven 1 en Hoeven 2 zoeken de oplossing in eerste instantie bij elkaar. Bij een groter tekort kan een beroep gedaan worden op spelers van JO19-1. De communicatie dient te verlopen via de coördinator JO19, dan wel de trainer JO19-1. Bij voorkeur komen hier 2e jaars JO19-1 spelers voor in aanmerking.

 

Spelers die reserve zitten, dan wel invallen op zondag, komen op zaterdag gewoon uit voor hun eigen team. Spelers die starten in de basis bij Hoeven 1, spelen, in overleg, de dag ervoor niet, dan wel beperkt mee met het eigen team. Er dient rekening gehouden te worden met het bereiken van de 15 wedstrijden, waardoor JO19 spelers niet meer in de gelegenheid zijn te spelen bij hun eigen team.

 

Kwalitatief op trainingen en wedstrijden uitblinkende JO19-1 spelers, die continu een meerwaarde voor het Hoeven 1 zijn, kunnen na onderling overleg met betrokken trainers en fiat van de coördinator JO19-1, vervroegd overgeheveld worden naar Hoeven 1.

4.5.4 Overgang JO19-2 spelers naar de senioren

Uiterlijk eind april neemt de coördinator van de JO19, in samenspraak met de trainer van JO19-2 contact op met betreffende 2e jaars spelers, aangaande hun plannen voor het volgend seizoen. Na inventarisatie van de diverse wensen, vindt overleg plaats met de coördinatoren en trainers van de recreatieve senioren teams. In onderling overleg wordt beslist voor welk team men mogelijk volgend seizoen in aanmerking komt.

 

 

 

5. Opleiding, werving en beoordeling technisch kader

 

5.1 Opleiding

Vv Hoeven streeft er naar om het technisch kader (verder) te bekwamen voor de taken die moeten worden uitgevoerd. Ook jeugdtrainers, keeperstrainers, leiders en scheidsrechters kunnen door vv Hoeven, evt. in samenwerking met de KNVB (https://www.knvb.nl/assist), worden ondersteund in hun ontwikkeling. In de jeugdafdeling is, met uitzondering van de hoofdtrainers bij de selectieteams, over het algemeen sprake van een vrijwillig kader, dat niet specifiek geschoold is door KNVB-opleidingen. Ook deze groep wordt in de gelegenheid gesteld bijgeschoold te worden.

 

In geval van overeenstemming tussen een talentvolle trainer en de vereniging, kan er voor gekozen worden om een KNVB trainerscursus vanuit vv Hoeven geheel of gedeeltelijk te financieren. Dit onder de voorwaarde dat de betreffende trainer aan de vereniging blijft verbonden, voor een nader te bepalen periode.

 

5.2 Werving trainers selectieteams

Bij de werving van trainers van de selectieteams JO13-1 t/m JO19-1 heeft vv Hoeven een profiel opgesteld met een bijbehorende procedure tot aanstelling. Dit profiel en procedure vindt u in de bijlage.

 

 

5.3 Beoordeling trainers selectieteams

Gedurende het seizoen moet beoordeeld worden of een selectietrainer naar behoren functioneert. De basis daarvoor is waarneming door de betreffende coördinator, indien van toepassing leden van de Jeugd Voetbal Technische Commissie of jeugdcommissie, informatie van kader/ spelers, ouders (jeugd) en het houden van een evaluatiegesprek.

Dit is belegd bij de coördinator van de selectieteams, een bestuurslid jeugdcommissie en mogelijk de adviseur Jeugd.

De functiebeschrijving van de betreffende trainers wordt als basisdocument gehanteerd bij het houden van de gesprekken. Onderwerpen in de evaluatiegesprekken zijn o.a.:

  • Planning en organisatie;
  • Omgang met spelers, technisch kader, ouders, etc.;
  • Trainingsopbouw en uitvoering hiervan;
  • Coaching;
  • Individuele ontwikkeling spelers en team resultaten.

Allen conform de afspraken in het Jeugdplan en de afspraken gemaakt tijdens het technisch overleg.

 

In januari vindt de evaluatie plaats. Alle genoemde gespreksonderwerpen komen aan bod. In de gesprekken wordt de basis gelegd voor het eventueel verlengen van een overeenkomst naar het daaropvolgende seizoen toe. Per gesprek wordt een kort verslagje gemaakt.

Medio februari/ maart wordt er inzicht gegeven aangaande mogelijke contractverlengingen van de selectietrainers van de jeugdopleiding. De betreffende groepscoördinatoren en het bestuurslid jeugdcommissie brengen vóór ieder beslissingsmoment aangaande het technisch kader in de jeugdafdeling een advies uit richting het bestuur. Het bestuur geeft al dan niet akkoord.

 

Sociale Veiligheid.

Het bestuur en de jeugdcommissie van vv Hoeven vinden het uitermate belangrijk dat er binnen de vereniging een sociaal veilige omgeving en cultuur is.

Om dit te bereiken dienen een aantal zaken rondom sociale veiligheid goed geregeld te zijn. Vervolgens moet het beleid uitgedragen worden en onderhouden worden.

Papier is geduldig; het gaat er juist om dat alle leden zich veilig voelen.

Grensoverschrijdend gedrag is op dit moment actueel.

Er zijn verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag; nl.:

  1. Discriminatie
  2. Integriteit
  3. Intimidatie en machtsmisbruik
  4. Matchfixing
  5. Pesten
  6. Seksuele discriminatie en misbruik’
  7. Doping, drugs en alcohol

 

  1. Basiseisen

De volgende zaken zijn geregeld c.q. vastgesteld in het kader van sociale veiligheid:

  1. gedragsregels voor sporters, trainers/leiders en bestuur;
  2. een aannamebeleid
  3. verplicht stellen van een VOG-verklaring voor alle vrijwilligers
  4. aangestelde Vertrouwens Contact Personen en ingesteld is een werkgroep Sociale Veiligheid.
  5. een protocol veilig sporten bij vv Hoeven inclusief maatregelenbeleid
  6. Voldoen aan de meldplicht seksuele intimidatie
  7. Voldoen aan de meldplicht bij Centrum voor Veilige Sport.

 

Het totale jeugdkader kent en erkent dit beleid en handelt er naar.